Wonen in een tuin.
De ambitie van het beeldkwaliteitsplan is helder: wonen in een collectieve tuin is het uitgangspunt, met woningen gericht op het zuiden. Het binnengebied is een aaneenschakeling van semi-openbare en openbare groene ruimtes, die samen ‘de tuin’ vormen. Voor de ontsluiting van de privé-woningen (Ingangen en tuinen) is een raster van orthogonale paden over het ganse binnengebied voorzien. Door de twee parkeerhavens aan de rand van de site te voorzien, is er géén autoverkeer in het binnengebied. Op die wijze ontstaat een aaneenschakeling van groene ruimtes, die als een soort groene vingers, het geheel van de tuin uitmaken.
Een verscheidenheid aan woonvormen.
Het ontwerp combineert verschillende woontypologieën: Binnen elke woontypologie zijn nog verschillende invullingen mogelijk. Door de natte ruimtes te concentreren aan de noordkant, is de zuidelijke kant naar gebruik van elke bewoner aan te passen. De ruimte onder het dak krijgt een bruikbare hoogte zodat de basiswoning op de verdieping in grootte kan variëren van 2 tot 5 slaapkamers. Naast de variabele basiswoningen, werden enkele werk- en kangoeroewoningen op de site voorzien. De werkwoning krijgt op het gelijkvloers een extra werkruimte, terwijl de kangoeroewoning, met een gelijkvloerse en een verdiepingswoning, het binnenkomen deelt.
Een bijzonder silhouet met specifieke invulling.
De koppen krijgen een bijzondere invulling: woon/werkhuizen aan de kant van de centrale doorgang, kangoeroewoningen aan de andere kant. De noordelijke en de kopse gevels worden spaarzaam doorprikt met sobere, welgekozen gevelopeningen. Op die manier blijven deze gevels hun silhouet behouden, maar ontstaat er toch ook aan die kanten een subtiele link tussen het wonen binnen en het collectieve: een inkomdeur om de hoek, een werkkamer aan de centrale doorgang en de keuken aan de noordkant zorgen voor de nodige levendigheid, zonder het beeld van de omarming te verliezen.