Typisch voor een tuinwijk is het uitdrukken van collectieve of publieke zones bijvoorbeeld door extra architecturale expressie. Een eenvoudige maar zeer leesbare geste hierin is om de ring te onderbreken ter plaatse van elke publieke doorsteek. De ring wordt op die manier een optelsom van vier afzonderlijke gebouwen. De collectieve ingangen van de gebouwen liggen op de hoek. Dit vraagt om extra expressie ter hoogte van deze hoeken. We doen dit enerzijds door de volledige hoek als apart en prominent gebouw te articuleren, anderzijds door de poort bijzonder uit te werken in samenwerking met kunstenaar Dirk Zoete. We stellen voor dat een participatietraject met de bewoners kan leiden tot een extra betrokkenheid en trots. Elke hoek kan een licht verschillende poort krijgen. Om het verschil tussen hoek en been te verscherpen geven we de rij reguliere stapelingen in het been een zadeldak. Elke hoek en elk been wordt volgens bovenstaande principes ontworpen maar eveneens aangepast aan de specifieke kenmerken van het deel in kwestie. Hierdoor ontstaan er nuanceverschillen in de verschillende delen, die zorgen voor een formele rijkdom binnen een betekenisvol geheel.
Het landschapsontwerp wordt als volgt opgevat. Een breed haagmassief en een rij bomen tussen de auto’s vormen de groene rand. Ze fungeren op het schaalniveau van het project als buffer tussen gebouw en straat en op het schaalniveau van de hele wijk als beeldbepalend formeel groen element. De binnenruimte van het bouwblok is opgevat als één grote tuin met verschillende zoneringen. De zoneringen worden gevormd door middel van halfhoge haagmassieven en maken een verdeling tussen publieke, collectieve en private zones. De collectieve zones zijn georganiseerd per kwadrant en worden bijgevolg gebruikt door een vijftiental entiteiten wat ze beheersbaar maakt. Het binnengebied wil meer zijn dan een circulatieruimte tussen de vier private tuinkwadranten. Door het terugtrekken van de afscheidende hagen ontstaat een gemeenschappelijke ontmoetingsruimte langs die circulatie. De circulatiezones worden aldus een plek om te ontmoeten en te vertoeven. De hagen kronkelen speels langs de grens tussen publiek en privaat. Door hun hoogte van 1,40 meter schermen ze de collectieve tuinen af. Staat men recht dan kijkt men erover en heeft men contact met het binnengebied, zittend geniet men van de afzondering. Binnen de vier collectieve tuingehelen kunnen speeltoestellen, moestuintjes, bloementuintjes worden aangelegd naargelang de wensen van de respectievelijke gebruiker. Het hagenconcept laat varianten toe betreffende de afsluitbaarheid van de collectieve tuinen. Voor de hagen worden bankjes voorzien. Het binnengebied beoogt aldus, op een speelse manier, de grens te bepalen tussen gemeenschappelijk en collectief en wordt een ‘herkenbare plek’ waar men kan ontmoeten, rusten, mijmeren én zich ’thuis’ voelen.