De “Schrijverswijk” dateert uit de jaren ’60. Bouwtechnisch worden de woningen gekenmerkt door beperkte isolatie, enkel glas en een onaangepaste verwarming. Vernieuwbouw blijkt goedkoper dan renoveren. Nieuwe isolatienormen vormden de aanleiding tot deze Open Oproep. Onze bezorgdheid inzake duurzaam bouwen gaat evenwel verder dan de gebouwschil. Onze ruimtelijke omgeving heeft nood aan nieuwe bouwvormen en stedenbouwkundige concepten, die werkelijk vanuit integrale duurzaamheid bedacht zijn. De bestaande Schrijverswijk heeft de typische aanblik van een naoorlogse woonuitbreiding in Vlaanderen. De ruime, relatief groene straatprofielen verlenen de wijk een voorzichtige tuinwijkkwaliteit. Echter, het vormelijk keurslijf van de in serie geproduceerde woningen (en/of garageboxen) en het gebrek aan hiërarchie in het stratenpatroon geven de wijk een generiek en banaal karakter. Er kan niet van een tabula rasa worden uitgegaan. In de loop der jaren hebben diverse bewoners een beroep gedaan op hun inkooprecht. Slechts een deel van de woningen vallen nog onder beheer van de sociale huisvestingsmaatschappij. Deze versnipperde eigendomsstructuur bemoeilijkt een grondige vernieuwing van de wijk.
Masterplan
In het masterplan vormt het uitgangspunt de diagnose van de publieke ruimte waarbij we streven naar een maximale ruimtelijke logica en een maximale verdichting. Hierbij wensen we de huidige rijwoningen van de jaren ’60 niet te bestendigen én de Kern zo maximaal mogelijk te verdichten. Geschakelde/gestapelde woongelegenheden minimaliseren de footprint, ten voordele meer openbare ruimte en een groter privaat collectief groenaandeel. Het project zet in op de intensivering van het ruimtegebruik met een diversiteit aan woontypes en het verhogen van de sociale cohesie met de omgeving. Het ontwerp streeft naar een natuurinclusief landschap, gekenmerkt door groene buitenkamers en extensief beheerde ruimten binnen een robuuste structuur van open ruimte. Naast de diversiteit aan woontypes (eengezinswoningen en meergezinswoningen) wordt de Schrijverswijk opengemaakt voor een breed pallet van woon- en wijkgroen (gaande van publiek en semipubliek tot privaat groen). De wijk wordt opengewerkt tot een autoluwe wijk. Eénzijdige ontsluitingen van gemotoriseerd verkeer en parkeerpockets verhogen de doorwaadbaarheid voor fietsers en voetgangers waardoor de openbare ruimte zich kan ontwikkelen tot kwalitatieve ontmoetingsruimte met groene assen, pleintjes en trage wegen.
Architectuur
De gepresenteerde architectuur is een samensmelting tussen drie architectenbureaus. De architectuur van de Rand voegt zich naadloos in het weefsel van de bestaande rijwoningen, maar op een iets grotere schaal van de meergezinswoning. Ze vormt op een subtiele herinterpretatie van de bestaande tuinwijktaal, met accenten op de hoeken door een lichte verschuiving van de hoekgebouwen. De compacte woonblokken in de Kern baseren zich op een schaalsprong van het archetype van het huis en omvatten vier bouwlagen onder een uitgesproken dakvolume. De buitenruimte op het maaiveld is collectief en wordt omzoomd door een groene haag met variabele hoogte. De woonblokken hebben elk een eigen polyvalente ruimte die werd voorzien op een goed zichtbare, toegankelijke en gastvrije plek, tussen het openbaar domein en het binnengebied. Het is een ontmoetingsplek voor de bewoners van het woonblok.
Kunstintegratie
Kunst wordt de sociale drager die de transitie zichtbaar maakt en tijd neemt voor de kleine ontmoetingen. Bart Lodewijks lieert van het begin tot het einde aan het project als poëtisch adviseur. Dat doet hij door te tekenen en te schrijven op de voor hem gebruikelijke wijze; door het trekken van lijnen verbindingen te leggen tussen de verschillende partijen die in de Schrijverswijk werkzaam zijn en de wereld daarbuiten, om de buurt heen.