Lo-Reninge is één van de kleinste steden van België en wordt gevormd door een pittoreske samenspel van Vlaamse baksteenarchitectuur, middeleeuwse gebouwen en het weidse polderlandschap. Het voorliggend ontwerp voor zestien sociale woningen wil dit unieke karakter behouden door in te zetten op een architectuur die organisch gegroeid is vanuit een doordachte inplanting, een eigentijdse interpretatie van de aanwezige (woon)typologieën en een vernuftige vertaling van het woonprogramma.
De woningen worden met twee onder één kap geschakeld. Zo ontstaat een eigentijdse interpretatie van de West- Vlaamse landelijke woning met mansardedak. Bovendien houdt deze maat het midden tussen de kleine korrel van de dichte dorpse kern en de grovere korrel van de verder geplande uitbreidingen. De alternatie van “villa’s” in landelijke stijl met lagere annexen zorgt voor een gevarieerd straatprofiel dat tevens de nodige beschutting biedt. Door de randen van de kavels te bebouwen ontstaat een schil die publiek en privaat duidelijk van elkaar scheidt. In de kern van het bouwblok verloopt deze scheiding geleidelijker. De tuintjes zijn intieme oases van rust en groen die door een haag met tuinpoortjes aansluiting geven op een binnenhof. De semi-private groene long takt aan op de openbare weg en fungeert als een ronkende sociale motor voor de bewoners. Auto’s worden gestald op de belendende parking met parkeerplaatsen en garageboxen.
Er worden twee variantes ontworpen: een royale rechte en een compacte gekromde variant. Het gaat respectievelijk om koop- en om huurwoningen. De gekromde huurwoningen worden steeds op de hoeken gepositioneerd en met een boogvormige portiek uitgerust. De zichtassen van de omringende straten krijgen een duidelijk eind en er ontstaat een spel met de naburige landmarks.
Ook de eenvoudige materialen en gevelopeningen respecteren en benadrukken de landelijke omgeving. Een palet van okergele gevelsteen met grijze leien zorgt voor een hedendaagse toets. Zwart gebeitste houten planken verlenen de annexen aan de tuinzijde een rustiek cachet. De ramen zijn wit geschilderd en in hout uitgevoerd, de inkomdeuren in donker groen. Bij de koopwoningen treedt het kader van de voordeur licht buiten het gevelvlak en vormt een charmant betonnen luifeltje een uitnodigend gebaar naar gezin en gast. Bij de huurwoningen zijn de voordeuren per twee gebundeld in een boogvormige portiek. Gezien het belang van deze hoeken in het ontwerp wordt ervoor gekozen om de zuilen te laten uitwerken door Dirk Zoete, een hedendaags kunstenaar uit Gent.