Specifiek aan deze opdracht is de locatie van de voormalige brouwerij in Molenbeek. Deze situeert zich in de dichtst bevolkte wijk van Brussel, als een enclave. Ze kan een oase vormen in de drukke stadsomgeving en de samenhorigheid (wijkgevoel) van de bewoners versterken.
In zijn verschijningsvorm zoekt de nieuwe school aansluiting bij de aanwezige historisch-industriële context. Een architectuur met grote repetitie, geprofileerd en klasiek van opbouw; een plint, een midden en een kroon. Het geheel is typerend voor een tijdperk. Het nieuwe gebouw wil zich aansluiten bij het te behouden gebouw maar neemt door zijn expliciete identiteit toch een signaalfunctie op. Het geheel is abstracter door het vervagen van de opdeling plint, midden en kroon. Het is bovendien een uitdrukking van een hedendaagse uitvoeringswijze van prefabricatie in het atelier om de activiteiten op de werf zo veel als mogelijk te beperken. De kwaliteit van de inventie ligt grotendeels in de tijdsafstand die overbrugd wordt: de 100 jaren die verstreken zijn tussen de bouw van de fabriek en de nieuwbouw, worden door deze ‘herbruik’ in één oogopslag verwerkt, verteerd en gerespecteerd. De 19e-eeuwse materialiteit wordt vertaald naar een hedendaagse aanblik.
De deelbaarheid van een stadsschool situeert zich zowel in de interne programma als in de schakeling met de buitenwereld. De schoolsite moet voor de leerling een leefwereld vormen die boeiend en dynamisch is door de vele interacties met oudere en jongere medeleerlingen van de schoolgemeenschap.