De vraag van de procedure Design & Build 2021 – appartementen bestaat erin een voorontwerp van vier basistypes van sociale appartementen te ontwerpen, alsook een inventieve schakeling ervan. Op die manier wil de VMSW een raamovereenkomst van vier jaar sluiten voor het ontwerp en de realisatie van sociale appartementen op grond van een sociale huisvestingsmaatschappij. Iedere opdracht, afgesloten binnen de raamovereenkomst, baseert zich op een ontwerp dat bestaat uit (een combinatie van) deze basistypes.
Specifiek in deze opdracht is de vraag een ontwerpsysteem aan te bieden dat door zijn schakelmogelijkheden inzetbaar is op zeer diverse locaties en in de meest wisselende stedenbouwkundige omstandigheden: van dorp tot stedelijke context of ergens tussenin, vrijstaand of aansluitend op een bestaande gebouwen, kleinschalig tot grootschalig, laagbouw tot zelfs middelhoogbouw tot 7 bouwlagen… Met voorliggend concept is een grote diversiteit aan appartementsgebouwen mogelijk, die de verschillende bouwmaatschappijen toelaat hun programma in te vullen in functie van de lokale woonbehoeftes en beschikbare bouwterreinen.
Op basis van 8 ontwerpprincipes werden de vier basistypes appartementen (1/2, 2/3, 3/4 en 3/5) ontwikkeld.
Het concept van het basistype 2/3 bestaat erin een doorzonappartement te realiseren van 12m diep en 3 parkeerplaatsen breed. Op die manier kunnen toekomstige appartement structureel snel gekoppeld worden aan een ondergrondse parkeergarage. De inpassing van de andere types kan planmatig worden afgeleid uit dit type 2/3. Via L-vormige planopstellingen, kunnen er namelijk extra kamers en badkamers toegevoegd worden.
Vervolgens moest ook de verticale circulatie binnen het appartementsgebouw op een cruciale plaats staan en in staat zijn het volledige bouwblok, ongeacht de samenstelling en opstelling, te bedienen.
De keuze waarbij trap en lift centraal in het bouwblok staan en waarbij interne circulatie de appartementen bedient, lijkt ons weinig flexibel. Meestal resulteert dit in een beperkt aantal appartementen per bouwlaag of tot een bouwblok met grote bouwdieptes en verschillende geveloriëntaties of tot interne gangenstelsels die weinig belevingswaarde hebben. Om dit te vermijden wordt gekozen voor een galerij die bediend wordt door een trap (en lift) die ofwel in het bouwblok geïntegreerd zijn ofwel in de galerij zelf verwerkt kan worden.
De galerij wordt zo geconcipieerd dat ze verschillende situaties en schakelingen aankan, dat ze zich architecturaal kan integreren in de specifieke stedenbouwkundige contexten, dat ze constructief multi-inzetbaar is en dat ze ruimte geeft aan de bewoners. In eerste instantie moet ze vlot en logisch aansluiten op de verticale circulatie en de horizontale circulatie zo goed mogelijk faciliteren. Daarnaast kan ze aanleiding geven tot een creatieve inbreng voor de bewoners: een bloembak of zitje met tafeltje naast de voordeur moeten kunnen.
Tot slot wordt ze zo ontworpen dat ze zo luchtig mogelijk is zodat licht en doorzicht gegarandeerd blijven. Daarom zijn op alle bouwlagen tot en met het dak openingen / vides voorzien die zowel doorkijk geven als lichttoetreding garanderen voor de aanpalende leef- of slaapruimtes. Bovendien staat deze opening garant voor het creëren van de juiste afstand tussen de private woonvertrekken en de galerij met een publieker karakter.
Om de haalbaarheid van dit concept te duiden werd een casestudy opgemaakt op de Transfo-site te Zwevegem. Een gebouw van 20 appartementen werd hier geschakeld en ontworpen binnen het beeldkwaliteitsplan dat gekenmerkt wordt door een rode en witte gevelsteen, aangevuld met betonnen accenten. Het modulaire ontwerpconcept krijg op die manier een gezicht binnen een concrete context. De rationele schakeling van de appartementen wordt aangevuld met een onderdoorgang naar een achtertuin en een collectieve ontmoetingsruimte op het eerste verdiep. Al deze ingrediënten vormen