1. Sociale innovatie
Het ontwerp wenst de bestaande verdienstelijke elementen van de site te versterken en de niet verdienstelijke elementen uit te doven. Met respect voor de genius loci zoeken we een subtiele synergie tussen de bestaande context, het gevraagde bouwprogramma en de stedenbouwkundige ambities van Lendelede inzake het openbaar domein. Het concept baseert zich op ‘sociale innovatie’ waarbij de verknoping en verwevenheid tussen mensen centraal staat. We streven naar een plek waar het goed is om te wonen; waar sociale ontmoetingen mogelijk worden gemaakt. Die verknoping van sociale relaties dient als grondslag en hefboom voor de opwaardering van de leefomgeving. Het project integreert gevarieerde plekken op alle schaalniveaus die de gebruiker kan toe-eigenen.
2. Een landschappelijk verhaal
Het landschappelijk verhaal zal in het dorpsbeeld van Lendelede met de private, grotere tuinen en vele bomen beeldbepalend zijn. Het ontwerp wenst de bestaande groenstructuren met elkaar te verbinden en te verknopen met de bebouwing. We schenken bijzondere aandacht aan de integratie van de waardevolle bomen die een organische en speelse dialoog aangaan met de bebouwde omgeving. De publieke ruimte krijgt een groen accent, soms gestructureerd of dens dan weer opengetrokken met het perspectief over de weide of op een solitaire boom. Bomen fascineren. Zij spreken, zoals Hans Andreus al wist: ‘Hun bladeren praten werkelijk met woorden veelzeggend en letterloos.’ Een boom toont de tijd zintuiglijk. Elk jaar zien, horen, voelen en zelfs ruiken en proeven we de vergankelijkheid in zijn knoppen, bloesem, vruchten, bladeren en het vallen ervan. En tegelijk toont zijn knoestige voortbestaan, over generaties heen, de eeuwigheid van het dagelijkse leven, waar kinderen veilig kunnen spelen en bewoners een praatje slaan. Hier wordt de sociale ruimte op de schaal van het “woonerf” geschapen.
3. Zachte mobiliteit
Het ontwerp wil in de eerste plaats streven naar een plek waar het goed wonen is. Met die ambitie pikten we een aantal aandachtspunten op die de leidraad voor deze ontwikkeling vormt. In de woonstraten en woonwijken dient een netwerk van buurtwegels te zorgen voor zachte verbindingen tussen de verschillende woonwijken en het centrum. Zo kan er een veilig netwerk voor fietsers en voetgangers ontstaan. Op schaal van het “woonerf” of “wooncluster” worden de parkeerplaatsen voor de bewoners gebundeld en voorzien we ruime fietsenstallingen dichtbij het gebouw. Waar mogelijk creëren we meerdere ontsluitingen voor de trage weggebruiker die het “woonerf” op een flexibele manier verknopen met de publieke ruimte. Echter de hoofdtoegang en ontsluiting voor bezoekers zal steeds geënt worden op de straat.
4. Het gedeelde hof
Het project ambieert een gradiënt van de publieke ruimte tot de privacy van het wonen en wenst de typologie van het gedeelde hof in te zetten om de overgang te maken tussen de straat en het huis. Achter elk woonensemble gaat een collectieve ambitie schuil. Die is telkens anders. Sommige ensembles vragen om een intense collectieve organisatie, andere hebben een meer vrijblijvende vorm van collectiviteit. Deze collectief-private buitenruimte is een ruimtelijke vertaling van het dagelijkse leven, waar kinderen veilig kunnen spelen en bewoners een praatje slaan. Hier wordt de sociale ruimte op de schaal van het “woonerf” geschapen.